Snelkoppelingen en Pop-overs in Dorico (Quick Guide)

Voor de mensen die – net als ik – jaren met Sibelius hebben gewerkt zijn bekend met de sneltoetsen als CTRL-T voor Techniek, CTRL-E voor Expressies.

In Dorico heb je dit uiteraard ook. Ik heb er een aantal voor je op een rijtje gezet. Als je deze snelkoppelingen goed beheerst kun je echt enorm snel noten invoeren in Dorico. De muis heb je bijna niet meer nodig.

Als je een nieuw muziekstuk begint dan is de snelkoppeling CTRL-I zeer handig, want dan geef je je muziekstuk een titel.

Dorico Popover List

In Dorico worden popovers gebruikt waar je allerlei handige commando’s en sneltoetsen in kan vullen. Zie hieronde voor de popover voor de ‘maatsoort’:

Shift – M –> Maatsoort wijzigen
- 2/4 –> 2/4 maatsoort
- 2/4,1 –> 2/4 maatsoort met 1 kwart opmaat
- c –> 4/4 maatsoort
- cutc –> doorgesneden maatsoort
- cutc,0.5 –> doorgesneden maatsoort met kwartnoot opmaat
- 6/8,2 –> 6/8 maatsoort met 2 8en als opmaat
Shift – C –> Clef / Sleutel wijzigen
- g –> G-sleutel/vioolsleutel
- f –> F-sleutel/bassleutel
- perc –> percussion line
Shift – D –> Dynamiek wijzigen
- pp –> pianissimo
- f –> forte
- p<f –> een crescendo van piano naar forte
- > –> decrescendo
- sfz –> sforzando
Shift – B –> Bars (maten) wijzigen
- Shift – B + 20 –> 20 maten toevoegen
- Shift – B + || –> maak van de maatstreep een dubbele streep
Shift – A –> Rehearsal Mark toevoegen. (In Sibelius was dit CTRL-R)
Shift – K –> Key wijzigen / toonsoort wijzigen
- Shift – K; Ab –> key in Ab zetten
- Shift – K; d –> key in dm zetten
- Shift – K; D –> key in D zetten
- Shift – K; 1b –> toonsoort met 1 mol
Shift – Q –> Akkoord toevoegen
- f -> f-akkoord is ingevoegd
- e-7 -> e mineur 7
- em7 0> e mineur 7
- dm7/c -> d mineur 7 met een c in de bas
Shift – R –> Repeats zoals “Dal Segno, Coda, DC, al Fine, etc“.
- Shift – R + toc –> to coda
- Shift – R + ds –> dal segno
Shift – T –> Tempo-aanduiding toevoegen
- q=96 –> toont een metronoomaanduiding waar de kwart 96 is
- h=100 –> toont een metroonaanduiding waar de half 100 is
- rit –> rit.
- accel –> accell.
Shift – O –> Ornamenten als ‘trillers‘, ‘falls, slurs, pops, bends, etc.’
Shift – P –> Playing techniques als ‘mute’, ‘vibrato’,

De wellicht wat minder snel gebruikte:

Shift – U –> ques

Overige letters:

R –> Repeat last note (als je net een kwartnoot C hebt toegevoegd en je drukt op R dan komt er nog een kwartnoot C)
L = lock duration; Is handig als je de notenwaarde wilt blokkeren
ALT-CTRL-Pijltje links = Schuif de noot 1/8 naar links
ALT-CTRL-Pijltje rechts = Schuif de noot 1/8 naar recht
ALT-SHIFT-Pijltje rechts = maak de notenwaarde 1/8 langer
ALT-SHIFT-Pijltje links = maak de notenwaarde 1/8 korter